Op vrijdag moet je niet te moeilijk doen. Dus vanaf nu geven we tips voor het bereiden van eten in de magnetron. Fiyo.nl presenteert: het Magnetron Kookboek!
Beter opwarmen: leg je restjes in een kringetje!
Als je restjes overhoudt - net iets te ambitieus gekookt? - is de magnetron een handig apparaat om deze restjes later op te warmen. Even snel erin, piep piep start ping! En smullen maar. Maar je merkt vast wel eens dat het eten niet overal even warm is. Sterker, hier en daar is je maaltijd eigenlijk nog gewoon koud. Dan kun je natuurlijk de boel nog wat langer in de magnetron doen, maar daar kan de boel die al wel warm was, weer vies van gaan smaken. Gedoe om het ineens goed te doen? Niet als je je eten in een kringetje legt! Hier even wat handige opwarm-tips:
1: gebruik de rand van de schaal
Een magnetron werkt namelijk met magnetische golven, en golven die gaan niet in een rechte lijn, maar in - tja - een golfbeweging. Daardoor is de magnetron niet overal binnenin even effectief. Juist: daarom draait die schaal ook rond, om te zorgen dat alles zo veel mogelijk door de verschillende golven heen beweegt! Dus zet je bord niet pontificaal in het midden van de schaal, want dan draait hij eigenlijk niet optimaal. Zet deze zo ver mogelijk naar de rand en je zult een groot verschil merken.
2: Eten in een cirkel
Als je het eten meer richting de rand van je bord legt, in een cirkel, gebeurt er eigenlijk nog eens extra wat het effect is van tip 1. De golven bewegen zo optimaal mogelijk door je eten en alles wordt evenrediger warm. Doordat je het wat meer spreidt, heeft de magnetron ook geen last van dikkere stapels eten die meer werk kosten (en waarvan meestal het binnenste hierdoor niet echt opwarmt).
3: Het eten een beetje platprakken
Als je het eten wat platter maakt is er meer oppervlakte om te verwarmen, en ligt het ook minder dik op het bord. Je zult merken dat alles veel beter opwarmt.
4: Dikke brokken buiten
Als je toch aan het knoeien bent, kun je meteen ook de dikkere etensbrokken meer naar de rand van je bord bewegen en de dunnere of kleinere beetjes eten meer in het midden leggen. Je zult merken dat daardoor de boel niet net te hard gekookt raakt.
